|
Goed fatsoen
Peter Booman, de nieuwe directeur van het Facilitair Bedrijf, krabt op zijn hoofd.
'Hallo', zegt hij. 'Is hier iemand?'
Niemand antwoordt. De kamer is leeg.
De bestuurder loopt naar het bureau. Het scherm staat aan, naast het toetsenbord staat een onaangeroerde kop koffie. Booman doopt zijn vinger in het zwarte vocht. De koffie is nog warm, bijna heet. Booman proeft.
'Smerig', zegt hij zachtjes. 'Geen suiker.'
Booman bukt en werpt een blik onder het bureaublad. Niemand. Booman loopt naar de kast, opent de schuifdeur. Niemand.
Het is koud hier, denkt Booman en loopt naar het open raam. Op het raamkozijn liggen fijne regendruppeltjes die de gure winterwind naar binnen heeft geblazen.
'Hallo Richard', zegt Booman.
'Dag Peter', zegt Richard Rhemrev, hoofd van de ICT-afdeling.
'Ik kwam even een handje geven en een praatje maken', zegt Booman. 'Even zeggen dat ik er ben. Maar ik kon je nergens vinden. Ik dacht: waar zit Richard toch?'
'Nou weet je het', antwoordt Rhemrev. 'Hij hangt buiten, aan de vensterbank.'
'Van de tweede verdieping', zegt Booman.
'Even lekker uitwaaien', zegt Rhemrev.
'Je wilde me toch niet ontlopen?', vraagt Booman.
'Welnee', antwoordt Rhemrev.
'Omdat je bang was dat ik je kom ontslaan?'
'Schei uit', zegt Rhemrev. 'Om deze tijd van de dag hangen wij van ICT altijd uit het raam. Optrekoefeningen. Vraag maar aan Wojtek.'
Booman kijkt opzij. Wojtek Sablik, de rechterhand van Rhemrev, klampt zich vast aan de regenpijp, en blikt onzeker naar beneden.
'Het is waar', zegt Sablik. 'Het helpt verschrikkelijk goed tegen RSI.'
01.07.2009
|