|
Kennissen is macht
'Dus we mogen er niet door?', vraagt Bert Speelman verontwaardigd.
'Het spijt me', zegt de Bewaker van Brussel. Zijn zonnebril, het oortelefoontje, het litteken op zijn voorhoofd en niet te vergeten zijn borstkas met het formaat van een koelkast doen vermoeden dat er met hem niet te spotten valt.
'Weet je wel wie we zijn?', vraagt Aalt Dijkhuizen.
'Al waren jullie Arnold Schwarzenegger en de koningin, dan nog mochten jullie er niet in. Meneer Busquin wil alleen met journalisten praten. Ik moet iedereen die geen slobbertrui draagt en stukjes schrijft op een afstand houden.'
'Maar hij hier is the man in Wageningen', wijst Speelman naar Dijkhuizen. Dijkhuizen kijkt de Bewaker recht in zijn spiegelglazen en knikt beamend.
'Schrijven jullie stukjes?'
'Nee', zegt Speelman boos. 'Maar wel nota's.'
'Ik heb laatst nog een Verkenning geschreven', zegt Dijkhuizen.
De Bewaker zwijgt en slaat zijn massieve armen over elkaar.
'Krijg nou wat', zegt Speelman. 'Daar heb je Willem.' Achter de Bewaker loopt, gekleed in morsige slobbertrui en achter elk oor een gepikte pen, Willem Koert, de geliefde columnist van het Wb.
Speelman zwaait. 'Hee Willem', roept hij.
'Kerel!', roept ook Dijkhuizen. 'Hoe vaart-ie?'
De columnist loopt op de bestuurders af en schudt hun handen. 'Het is goed, Pierre', zegt Koert. De Bewaker knikt en gaat opzij om de twee managers door te laten.
'Dank je wel', zegt Speelman dankbaar.
''t Is niks, jongens', zegt Koert, met een misprijzende blik op het driedelig van de bestuurder. 'Maar we moeten wel snel een slobbertrui voor jullie opscharrelen. Dit is geen gezicht.'
05.02.2004
|