|
Groot woord
'Vond je zelf dat er iets gebeurde wat niet door de beugel kon', vraagt prof. Gert-Jan Hiddink, de bijzondere zuivelhoogleraar van Wageningen Universiteit.
'Ik dacht alleen: leuk, zo'n etentje', zegt prof. Frans Kok. 'Prima entourage voor een goed gesprek. Glazen van kristal, messen van zilver en vooraf noten in plaats van brood.'
'Noten zijn in', zegt Hiddink. 'Sinds kruidenboter niet meer mag. Van jullie niet meer mag. Tiny Sanders was er ook bij?'
'Zuivelbaron Sanders. De directeur van Campina. Voorzitter van de Nederlandse Zuivel Organisatie. Jouw baas, Guus. Niemand minder.'
'Prima kerel.'
'Hij zei letterlijk: ik heb hardere noten gekraakt dan jij, Frans.'
'Tiny zegt soms zulke dingen', zegt Hiddink. 'Maar hij bedoelt er niets kwaads mee.'
'En toen pakte hij een walnoot en die klemde hij in zijn rechteroogkas', zegt Kok. 'Alsof het een monocle was.'
'Tiny was in een jolige bui', zegt Hiddink. 'Kun je zien dat hij het niet echt meende.'
'En toen kraakte hij die walnoot', zegt Kok.
'Oei', roept Hiddink.
'Hij knipoogde', zegt Kok. 'En krak, daar ging de noot.'
'Gloeiende-gloeiende-gloeiende', zegt Hiddink.
'En toen zei hij: waarom toch al die nare verhalen over kaas, Frans? Is dat nou nodig?'
Hiddink kijkt naar het plafond, waar de eerste bromvlieg van het jaar rondkruipt. Doorgeven aan Arnold van Vliet, denkt hij. Dan haalt hij diep adem.
'Maar is dat pressie?', vraagt hij.
'Tja', zegt Kok.
'Het is een groot woord, hoor', zegt Hiddink. 'Pressie.'
17.03.2005
|