Zodiac ziet zijn poldermodel in rook opgaan
Weekblad voor Wageningen UR, 13 februari 2003
Prof. Hans de Vries, algemeen directeur van de kenniseenheid Dier, neemt het komend half jaar strak de leiding bij het departement Dierwetenschappen. Hij is benoemd tot interim-voorzitter van het departement en heeft aangegeven via 'kortere lijnen' te willen besturen. Zijn eerste besluit, het opheffen van het departementsoverleg en het departementsberaad, is veel medewerkers van Zodiac in het verkeerde keelgat geschoten. De dierwetenschappers vrezen dat met name de stem richting bestuur van het ondersteunende personeel en de studenten verloren zal gaan.
'Ik wilde een duidelijk signaal afgeven dat het bestuurlijk moderner en zakelijker moet', zegt De Vries. Zijn benoeming is mede een gevolg van het feit dat geen van de zittende hoogleraren bereid was de taak van departementsvoorzitter op zich te nemen. De functie werd tot 1 februari waargenomen door de hoogleraar Experimentele dierkunde prof. Johan van Leeuwen. Ook externe kandidaten haakten af.
De Vries zal het voorzitterschap voor ongeveer een half jaar op zich nemen, daarna draagt hij de functie over aan dr Egbert Egberts, hoofd van het
departementsbureau en nu benoemd tot vice-voorzitter. Volgens De Vries is voor deze constructie gekozen om 'een aantal zaken eerst goed op de rails
te zetten'. 'Over een halfjaar mag Egbert voorzitter gaan spelen'.
De Vries zal in de komende periode anderhalve dag per week op het departement aanwezig zijn. Hij vindt niet dat hij met het opheffen van het departementsoverleg en –beraad een verkeerd signaal heeft afgegeven. 'We zaten met oude bestuurlijke vormen die uit 1969 dateren. Ik denk dat het wel een beetje moderner, misschien iets minder democratisch, maar functioneler en efficienter kan. We moeten even doorbijten', aldus De Vries.
Hij benadrukt dat het departementsberaad wordt opgevolgd door een managementteam waarin ook het onderzoek en het onderwijs zijn vertegenwoordigd. In plaats van het departementsoverleg komt er maandelijks een overleg met hoogleraren, die een belangrijk functie krijgen in de 'lijncommunicatie' met hun
medewerkers. Opvallend is dat in de nieuwe structuren geen plaats is ingeruimd voor vertegenwoordigers van het ondersteunend personeel en de studenten.
'Studenten komen er nu wel heel bekaaid af', zegt prof. Van Leeuwen. 'De Vries is duidelijk uit op een efficient bestuur, maar het gevaar is dat je
draagvlak verliest en een vergadercultuur in de wandelgangen krijgt. Ik vind wel dat de huidige opzet de kans moet krijgen zich in de praktijk te
bewijzen.'
Volgens de nieuwe vice-voorzitter Egberts is de aanpak 'illustratief voor de stijl van De Vries'. 'Hij heeft meteen helder gemaakt dat hij een sterke aansturing wil via de lijn. Het wordt de kunst het draagvlak te behouden en besluiten efficienter tot stand te brengen'.
Volgens Jos van den Boogaart, medewerker bij de leerstoelgroep Experimentele dierkunde, is 'de eerste fout van De Vries dat hij denkt iedere maand op een vast moment over alle hoogleraren te kunnen beschikken'. 'In de praktijk zal hij vaak met lege stoelen zitten, en hoe worden de medewerkers dan geinformeerd? Bovendien past een top-down-aanpak minder goed bij de universiteit. Bij ons staat overleg van nature garant voor een soort solidariteit en die hebben we nu juist extra hard nodig'.
Ing. Egbert Urff, medewerker van het departementsbureau, vindt dat de boodschap van De Vries 'niet echt uitstraalt dat hij wil luisteren naar wat
er leeft onder het personeel'. 'Het is de dood in de pot als je alleen zegt dat de deur toch altijd openstaat. Als de drempel zo hoog is, schiet
je daar weinig mee op', aldus Urff.
<<< Terug naar column
|