|
Als de nood het hoogst is
'Dat is niet niks, meneer Koert', zegt Kees van Ast.
'We stonden er zelf ook van te kijken', zeg ik.
'Kan ik me voorstellen', zegt de bestuurder. 'U zegt dus dat uw flutkrantje het best draaiende gedeelte van Wageningen UR is.'
'Het meest dynamische, het meest op de toekomst gerichte en het meest speerpunterige.'
'En dat we de DLO's weer winst kunnen laten maken door ze als onderdeel op te nemen binnen de organisatie van uw krantje.'
Ik knik. 'Wij van het Wb weten alles beter en het is niet eerlijk als de DLO's daar niet van meeprofiteren. De DLO's zullen nog beter tot hun recht komen als wij van de redactie ze aansturen.'
'Zijn jullie dan actief op de onderzoeksmarkt?', wil Van Ast weten.
'Dat niet', zeg ik. 'Maar als we het zouden zijn, dan waren we verschrikkelijk goed.'
'En waar baseert u dat op, als ik vragen mag?'
'Wij hebben onszelf geëvalueerd. Toen wisten we het.'
Van Ast grijpt zich met beide handen vast aan zijn bureau en voorkomt zo dat hij achterover kiepert. 'Lieve help', zegt hij. 'Ik dacht aanvankelijk dat u louter een blaaskaak was. Maar dit verandert de zaak.'
'We hebben het ook nog opgeschreven in een rapport', zeg ik, terwijl ik de bestuurder een fraai vormgegeven boekwerkje overhandig. 'Hier staat het. Ik heb de kritieke passage voor u onderstreept.'
'De toekomst van DLO ligt bij het Wb', leest Van Ast hardop.
'Nou heeft u het met eigen ogen gezien', zeg ik.
27.05.2004
|