|
Opgepoetst | 18-10-2020 Reflectie | Kees de Graaf | Routine en smaak bepalen eetgedrag
In TV-programma's, op websites en in krantenartikelen vertellen voorlichters, wetenschappers, koks, trainers en artsen al jarenlang hoe belangrijk het is dat we meer moeten bewegen en gezonder moeten eten. Zonder succes. Voedingshoogleraar en smaakexpert Kees de Graaf van Wageningen Universiteit weet waarom. En hoe het anders zou kunnen.
'In beschouwingen over overgewicht hoor je vaak dat we minder zijn gaan bewegen. Als dat inderdaad zo is, dan kan dat eigenlijk niet de grootste veroorzaker zijn van de vetzuchtepidemie. Je kunt in een kwartier tijd alle kilocalorieën binnenkrijgen die je op een dag nodig hebt, maar je kunt in een kwartier maar maximaal enkele honderden kilocalorieën verbranden. Je moet de oorzaken van de vetzuchtepidemie dus vooral zoeken aan de inname-kant.
Maar hoe? Je kunt mensen natuurlijk vertellen hoe ze verstandiger kunnen eten. Maar dan neem je aan dat mensen rationele wezens zijn, die hun keuzes bewust maken op basis van informatie. Maar zo rationeel zijn we natuurlijk niet.
We drijven in de supermarkt en als we 's ochtends in de keuken ons ontbijt uit de kast halen op routine, en door processen en prikkels waarvan we ons gedeeltelijk of zelfs helemaal niet bewust zijn. We kiezen uit de schappen wat we lekker vinden, of wat we altijd kopen. We stoppen met eten tot we verzadigd zijn, of totdat ons bord gewoon leeg is. En als we op met een zak chips op schoot de bank voor de TV naar het voetballen kijken, denken we nog minder na.
Eten is niet rationeel, en dus heeft informatie maar een beperkte invloed op eetgedrag.
Uit onderzoek van onze groep, de leerstoelgroep Humane Voeding van Wageningen Universiteit, is naar voren gekomen dat vloeibare voedingsmiddelen makkelijker leiden tot een hoge energie-inname dan voedingsmiddelen die je langzaam consumeert. Een glas frisdrank drink je zo snel op dat je lichaam niet de tijd krijgt om te beseffen dat je extra kilocalorieën binnen hebt gekregen. De duur van de prikkel is te kort. Als je daarna gaat eten, compenseer je niet voor de kilocalorieën die je zojuist hebt opgedronken.
Als je dan ook nog weet dat de omzet van frisdrank het afgelopen decennium met tientallen procenten is gestegen, dan is de gedachte dat frisdranken met suiker hebben bijgedragen aan de vetzuchtepidemie helemaal niet zo raar.
Onze eetcultuur is steeds meer een fastfood-cultuur geworden. Frisdrank past daarin. Frisdrank met suiker bevat relatief veel kilocalorieën die je snel wegdrinkt. Hetzelfde geldt voor andere vormen van snelle levensmiddelen. Het is verdraaid moeilijk om al je kilocalorieën uit fruit en groenten te halen, maar met fastfood is het een fluitje van cent.
Ik geloof dus dat het zinnig is om levensmiddelen te maken met minder vet en suiker, die mensen graag lusten. Zoals light-frisdrank. Of producten op basis van groenten die uitstekend smaken en toch gezond zijn, en bovendien passen in onze eetcultuur.
Relevant is ook de entourage waarin we eten. Als je eet met aandacht, eet je minder. Eet je iets op straat, of als je tegelijkertijd televisie kijkt, dan eet je automatisch meer. Afleiding zorgt ervoor dat je minder goed weet hoeveel je eet.
We weten nog niet hoe we het omgevingseffect kunnen gebruiken om mensen minder te laten eten. Andersom kunnen we dat wel. We kunnen er ouderen in zorginstellingen, die door een verminderde eetlust te weinig eten, mee helpen.
In onze studies waren we in staat ouderen meer te laten eten doordat we meer zorg besteedden aan de entourage waarin we ze lieten eten. We dienden hun maaltijden bijvoorbeeld op aan eettafels, in het gezelschap van anderen. En dat hielp. Maar dat is weer een ander verhaal.' Kennis On Line, datum onbekend.
|