|
Opgepoetst | 22-2-2019 Dikkerd moet in beweging blijven
Voor mensen met ernstig overgewicht is lichaamsbeweging nog belangrijker dan voor mensen met een gezond gewicht. Dat ontdekte ir Wanda Wendel-Vos tijdens haar promotieonderzoek. Lichaamsbeweging verminderde bij mensen met obesitas - de wetenschappelijk term voor ernstig overgewicht - de kans op een hartinfarct met bijna de helft.
"Aan de ene kant heb je de beroertes, waarbij bloedvaten in de hersenen het begeven", legt Wendel-Vos uit. "En aan de andere kant heb je de coronaire hartziekten. Dat is een groep aandoeningen waaronder ook het hartinfarct valt. Die twee groepen zijn de belangrijkste hart- en vaatziekten."
In haar promotieonderzoek onderzocht de aan RIVM verbonden promovenda het verband tussen de verschillende vormen van hart- en vaatziekten, overgewicht en beweging. Toen ze de gegevens van een kleine veertigduizend mensen analyseerde, ontdekte Wendel-Vos dat obesitas de kans op een fatale beroerte vervijfvoudigde. Tenminste, als de zware mensen ook weinig lichaamsbeweging hadden. Waren dikke mensen lichamelijk wel actief, dan verminderde hun kans. Vooral de kans op hartinfarcten en andere coronaire hartziekten daalde fors, al bereikte die niet het niveau van lichamelijk actieve mensen met een gezond gewicht.
Het onderwerp van Wendel-Vos' onderzoek is actueel. "Overgewicht wordt een enorm probleem", zegt de onderzoeker. "Als je kijkt naar hoeveel mensen nu te zwaar zijn, dan valt het nog mee. We doen het minder slecht dan andere landen. Maar de groeicijfers zijn spectaculair. Sinds de jaren zeventig is het percentage mensen met overgewicht verdubbeld. Als er niets verandert, zitten we over enkele tientallen jaren diep in de problemen."
Wendel-Vos onderzocht welke factoren maken dat iemand veel beweegt. "Het belangrijkste verband dat we vonden was dat tussen de tijd dat mensen fietsen en de totale oppervlakte aan sportvelden in hun omgeving", zegt de onderzoeker. Voor dat verband vond ze twee mogelijke verklaringen. "Sportvelden vind je meestal aan de rand van de stad. Daar zijn geen winkels, en dat betekent dat je zult moeten fietsen naar het centrum. Aan de andere kant denken we dat mensen aan de rand van de stad sneller de fiets pakken om er op uit te gaan."
Wanda Wendel-Vos promoveerde op 2 juni bij prof. Daan Kromhout, hoogleraar Volksgezondheidsonderzoek.
Weekblad voor Wageningen UR, 2 juni 2004.
|