|
Opgepoetst | 23-12-2020 Cholesterol verlagen via leefstijl | Het kan, maar het is vaak te veel gevraagd
Eén op de vijf Nederlanders heeft een cholesterolspiegel die zo hoog is dat ingrijpen wenselijk is. Vervanging van ongezonde door gezonde vetten, gewichtsverlies en lichaamsbeweging doen wonderen, zeggen voedingswetenschappers. Maar een aanpassing van onze leefstijl vraagt vaak meer wilskracht dan we kunnen opbrengen.
In theorie kan het. Je kunt het LDL met tientallen procenten verlagen zonder medicijnen, maar door je voeding en je leefwijze te wijzigen.
'Je hebt een Nederlander met een typisch Westers dieet, met veel ongezonde dierlijke producten, en weinig vezels', zegt de Wageningse voedingswetenschapper dr. Sander Kersten. 'Die zet je dan op een Afrikaans en overwegend vegetarisch dieet met veel voedingsvezels. Je laat de totale inname aan calorieën afnemen en je voert de hoeveelheid lichaamsbeweging fors op. Als er sprake is van overgewicht, dan is dat probleem snel opgelost. Dat houd je dan een jaar of langer vol, en ik geef je op een briefje dat het cholesterol van de betreffende persoon spectaculair verbetert. Maar ik kan je ook nu alvast vertellen dat misschien maar enkele procenten van de bevolking in staat zijn om hun manier van leven zo drastisch te veranderen. Leefgewoonten veranderen is verschrikkelijk moeilijk.'
Daar komt nog bij dat het moeilijker is geworden om mensen ervan te overtuigen dat het nut heeft hun leefwijze te veranderen, erkent Kersten.
'De voedingswetenschap heeft vaak met veel stelligheid dingen beweerd die later niet bleken te kloppen. Toen onderzoekers ontdekten dat er een sterk verband is tussen cholesterol in het bloed en de kans op hart- en vaatziekten, zijn voedingswetenschappers gaan beklemtonen dat mensen beter niet teveel cholesterol via de voeding kunnen consumeren. Uit die periode stamt bijvoorbeeld het advies niet te vaak garnalen, of niet vaker dan één of twee keer per week eierdooiers te eten. Dat advies is later ingetrokken.'
Het rapport Richtlijnen Goede Voeding 2006, het document waarin de Gezondheidsraad alles wat bekend is over voeding en gezondheid heeft samengevat, [Link] besteedt dan ook weinig aandacht meer aan cholesterol in voedingsmiddelen.
Vezels en plantensterolen
'De lever loost vrij veel cholesterol als bestanddeel van gal in de darm', zegt Kersten. 'En de darmcellen nemen dat cholesterol weer op. In de jaren negentig hebben voedingswetenschappers geprobeerd die heropname via voeding te verminderen. Bijvoorbeeld via oplosbare vezels, zoals de bèta-glucanen uit havermout of vezels als psyllium. Dat onderzoek loopt nog. Wat we inmiddels wèl weten is dat plantensterolen effectieve verlagers van het LDL zijn. In tientallen trials, gefinancierd door bedrijven maar ook door onderzoeksinstellingen, verminderen functional foods met plantensterolen, zoals margarines of yoghurts, het LDL met zo'n vijftien procent.'
Plantensterolen zijn de plantaardige tegenhangers van cholesterol. Chemisch gezien lijken plantensterolen op cholesterol op elkaar. In de jaren negentig dachten onderzoekers dat plantensterolen cholesterol in de darmen verdringen uit de micellen. Micellen zijn vetbolletjes die in de darmen ontstaan, en als geheel door het lichaam worden opgenomen. Cholesterol komt via die micellen in het lichaam.
Er zijn ook functional foods op de markt met stanolen, meestal industrieel vervaardigde analogen van plantensterolen. Het lichaam neemt stanolen nog moeizamer op dan sterolen.
'Producten met plantensterolen of stanolen zijn nog steeds de meest succesvolle functional foods die we hebben', zegt Kersten. 'Je smeert ze op je brood of je eet ze als toetje. Je hoeft niet je manier van leven drastisch te veranderen om er baat bij te hebben. Daarom zijn ze zo aangeslagen.'
Hoewel TNO in 2003 nog concludeerde dat margarines met plantensterolen ook op de langere termijn veilig waren, maken sommige onderzoekers zich zorgen over eventuele bijwerkingen van sterolen. Vooral de combinatie met statines zou risico's met zich meebrengen.
Schadelijke combinatie?
Plat en zijn collega's van de vakgroep Humane Biologie doen dankzij een subsidie van NWO fundamenteel onderzoek naar de effecten van plantensterolen in het lichaam.
'We zijn vooral geïnteresseerd of er, naast de wenselijke effecten het LDL, misschien bijwerkingen aan plantensterolen en stanolen kleven', zegt Plat. 'We willen weten of de kleine hoeveelheden sterolen en stanolen in het bloed misschien schadelijk zijn voor de bloedvaten. Misschien is dat effect er niet, of is het zo klein dat functional foods met plantensterolen of stanolen grosso modo positief uitwerken. Misschien lopen alleen bepaalde groepen risico. Misschien zijn plantensterolen wel, maar stanolen niet riskant. Ik kan er nog helemaal niks over zeggen.'
Het is nog louter speculatie, maar als uit Plats onderzoek inderdaad blijkt dat er risico's aan plantensterolgebruik zitten, dan zijn die risico's mogelijk groter voor statinegebruikers.
'Omdat statines de aanmaak van cholesterol in het lichaam verlagen, zorgen ze er indirect ook voor dat het lichaam meer cholesterol uit voeding opneemt. Het lijkt er op dat het lichaam dan ook meer plantensterolen opneemt. Als je nou beseft dat er mensen zijn die zowel statines als producten met plantensterolen gebruiken, dan weet je waarom we dit speculatieve risico willen uitzoeken. Maar er is absoluut geen aanleiding voor onrust. Totdat het tegendeel is bewezen gaan we ervan uit dat producten met plantensterolen veilig zijn, ook in combinatie met statines.'
Goede en slechte vetten
'De verzadigde vetzuren in onze voeding verhogen het LDL ten opzichte van de onverzadigde vetzuren', zegt prof. Martijn Katan, hoogleraar Voedingsleer binnen het Instituut voor Gezondheidswetenschappen van de VU. 'In ons dieet komen die verzadigde vetzuren vooral uit kaas en ook wel uit andere vette zuivelproducten. Vet uit vlees komt op de tweede plaats.'
Nog ongezonder dan de verzadigde vetzuren zijn de transvetzuren. Twintig jaar geleden zaten transvetzuren nog in tal van levensmiddelen, maar nu zitten ze alleen nog in kleine hoeveelheden in gebak en koekjes. 'Als je daar weinig van eet, dan zul je daar geen last van hebben', zegt Katan. 'Maar als gebak en koekjes een belangrijk deel van je voeding zijn, dan natuurlijk wel.'
Onverzadigde vetzuren hebben een tegenovergesteld effect. Die verlagen juist het LDL. Die vetzuren vind je vooral in plantaardige oliën, zoals olijfolie en zonnebloemolie, of in de producten die daarop zijn gebaseerd.
De meervoudig onverzadigde vetzuren in vis, de omega-3-vetzuren, hebben overigens geen cholesterolverlagend effect. Wel verlagen die vetzuren de hoeveelheid triglyceriden in het bloed, en lijken ze aritmie te voorkomen. In de late jaren negentig bleek uit de Italiaanse GISSI-trial dat een dagelijkse dosis visvetzuren de kans op een plotselinge onverwachte hartaanval halveerde.
'Meer recente trials laten echter veel kleinere effecten zien', relativeert Katan. 'Over een jaar verwachten we resultaten van een Nederlandse trial naar omega-3 vetzuren, de alfa-omega trial. Eerlijk gezegd ben ik bang dat er weinig uitkomt.'
Gewichtsverlies
Hetzelfde geldt tenslotte voor lichaamsbeweging. Mensen die veel lichamelijk actief zijn hebben minder LDL en meer HDL. 'Helemaal los van cholesterol hebben afvallen en bewegen een opmerkelijk effect op diabetes', zegt Katan. 'Haast sensationeel. Een half uur wandelen per dag plus 5 kilo afvallen halveert het diabetesrisico en heeft langs die weg een groot effect op hart- en bloedvatenn.'
Al met al zijn er voldoende aangrijpingspunten om via de leefwijze de cholesterolspiegel te verbeteren, door vervanging van slechte door goede vetten, het bereiken van een gezond gewicht en voldoende lichaamsbeweging.
'Zoiets kunnen de meeste mensen niet opbrengen', zegt Katan. 'Als je het nuchter bekijkt, dan moet je ook constateren dat het wat cholesterol betreft dankzij de statines ook niet meer nodig is. Statines zijn bovendien makkelijk. Maar dat neemt niet weg dat voor een patiënt met vetzucht apothekers en artsen eigenlijk boven hun toonbank of bureau zouden moeten kunnen uitstijgen. Ze zouden tegen een dikke cliënt met een verhoogd cholesterol moeten kunnen zeggen: u kunt uw cholesterol gezond maken door statines, maar cholesterol is het minste van uw problemen. Als u uw manier van leven radicaal verandert verlaagt u ook uw risico op gewrichtsproblemen, diabetes, galstenen, kanker en al die andere complicaties van vetzucht. Dat zal in de meeste gevallen teveel gevraagd zijn. Maar is dat een reden om het niet te proberen?'
Pharmaceutisch Weekblad, mei 2009.
|